<$BlogRSDUrl$>

maandag, mei 21, 2007

Profaan daglicht 

Het is nooit donker. Zeker niet in het schijnsel van de Europoort en het Westland.
Maar ook zonder deze vanuit de ruimte zichtbare wonderen van de kapitalistische geest is het nooit donker.
Tenminste. Als lichtloos de definitie van donker is.
Overdag is het de alles verzengende uitstraling van de zon welke elk detail en ieder stukje schoonheid tot in hetzelfde absurde als het profane verlicht.
Van uitlichten is geen sprake meer.
Alles vergaat tot dezelfde verblindende brij van weerkaatst zonlicht.
Maar.

Ó.

’s Nachts.
Als je ogen weer bij zijn gekomen van een urenlange niet aflatende storm van overbelichting. En het spaarzame selectieve licht van lantaarnpalen en maan de schone details van de wereld streelt en via cornea, iris en lens op de retina valt. Al waar het staafjes en kegeltjes stimuleert, of niet, welke via bipolaire cellen de ganglia van de oogzenuw aanzet tot het geleiden van informatie, met een snelheid van 8.5 megabit per seconde, aangaande diepte, kleur, vorm en intensiteit van het waargenomen licht naar de hersenen.

Dan is de wereld weer duidelijk zichtbaar en eerlijk.
Dan kan die scheur in de muur zich niet langer verschuilen tussen de verblinde witheid van het belendende stucwerk.
Dan prevaleert de zwakte, de ultieme sterkte, boven de profane schone schijn.

eXTReMe Tracker